Vriendschap

Vriendschap is één van de mooiste dingen in het leven. Kameraadschap, lachen, delen, helpen, het wederzijds volstrekt begrepen onbegrip. Houden van de ander om wie hij is. Zeker voor unieke exemplaren zoals hoogbegaafden, betekent vriendschap heel veel. Maar een vriendschap bouw je niet zomaar op. Je komt jezelf tegen.

We hebben gezien dat het voor hoogbegaafden moeilijk is om soepel met ‘de gewone mensen’ te leren omgaan. Immers, je vertaalprogrammaatje lijkt voortdurend nèt niet de goede woordbetekenis te geven. Het lijkt erop dat we elkaar niet begrijpen maar in werkelijkheid komt het er op neer dat de meerderheid van de mensen die je tegenkomt in andere dimensies denkt dan jij dat doet. Maar zo goed en zo kwaad als dat gaat, leer je jezelf aan te passen zonder jezelf daarin kwijt te raken.

Je hebt wel het gevoel dat je waakzaam moet blijven, alert, je checkt voortdurend je vertaalprogramma. Je stuurt als het ware steeds verkenners uit om op de hoogte te blijven.

DRIEHONDERDDUIZEND
Gelukkig ben je als hoogbegaafde zeldzaam maar zeker niet de enige. Alleen al in een land als Nederland lopen er meer dan driehonderdduizend rond die in jouw dimensies denken en praten. Mensen die jij begrijpt en die jou begrijpen. Instant vriendschap verzekerd zou je denken. Eindelijk een groep waar je op je plek bent en de verkenners en je vertaalprogramma op de plank kunt zetten.

Maar vaak is dat moeilijker dan je denkt. Ook vriendschap stelt hoogbegaafden voor andere uitdagingen dan anderen.
Ten eerste omdat omdat je altijd geleerd hebt je te richten op de meerderheid, de 98%. Omgaan met ‘ontwikkelingsgelijken’ heb je nooit geleerd. Er waren er gewoon te weinig in je omgeving. Andere hoogbegaafden als jij hebben dezelfde tekortkoming: Ze oefenden zich in het omgaan met ontwikkelingsongelijken. Ze spraken altijd een vreemde taal en daarom zijn ze de ins en outs van hun moedertaal vergeten.
’Normale mensen’ zijn opgegroeid tussen mensen die in dezelfde dimensies denken. Ze kunnen dus voortdurend leren omdat ze telkens hun taal met anderen kunnen spreken.
Hoogbegaafden, daarentegen, die wél in jouw dimensies denken, moesten, dat van zichzelf zelf leren omdat ze die taal met niemand konden oefenen. Net als jij. Ontluikende vriendschap betekent voor hoogbegaafden je eigen taal weer leren spreken.

Ten tweede hebben hoogbegaafden in hun relatieve eenzaamheid vaak een idee gevormd over vriendschap dat heel theoretisch is. Het is gebaseerd op voorbeelden uit film en literatuur en is dus groots en meeslepend. Ze zijn niet voorbereid op de dagdagelijkse sleur van vriendschap met zijn genoeglijkheden en gekissebis. Dat is een situatie die ook in de liefdesrelaties van veel hoogbegaafden een rol speelt.

IK BEN NIET MEER ANDERS
De derde reden waarom het moeilijk kan zijn voor ons om vriendschap te vinden en te houden, is eigenlijk de gemeenste.
Aan de éne kant heb je altijd moeten leren om je aan te passen aan de dimensies van de andere 98%. Maar toch blijf je opvallen. Je bent anders. Dat voel je en vaak gebruik je dat voor je identiteitsvorm. Je voelt dat je anders bent en dus ga je jezelf ook afzetten tegen die anderen. Je bent degene die ‘anders’ is. Dat besef wordt gevoed door je ouders en school. Je merkt dat wat voor anderen werkt, niet werkt voor jou. Ze praten over je, er worden bijzondere regelingen voor je getroffen, wat dan ook, je bent anders.
Dat klinkt algemeen maar laat het eens diep tot jezelf doordringen. Ik kijk naar mezelf in de spiegel en zeg: Ik ben Lodewijk en ik ben anders. Het begint als een constatering maar uiteindelijk wordt het de kern van mijn identiteit. Anders zijn.
Maar nu kom ik mensen tegen die ook zo zijn. Mogelijke vrienden die de dimensies van mijn denken herkennen, die zich ook staande hebben moeten houden omdat ze anders zijn. Vrienden met wie ik kan lachen en rillen over ‘de anderen’.
Wat nu? Nu ik in een groepje mensen verkeer die ook zo zijn, ben ik niet meer ‘anders’. Hier ben ik gewoon Lodewijk. En dat voelt waanzinnig kwetsbaar en naakt. In dit groepje mensen, waar iedereen ‘anders’ is, zijn we dus normaal. Dat betekent dat ik niet meer wordt gedefinieerd door het feit dat ik anders ben. Plotseling moet ik een hele ontwikkeling doormaken: mezelf worden. Nu ben ik alleen Lodewijk en dat vind ik doodeng.

NOODZAAK
Het gecompliceerde is bovendien dat mijn nieuwe vrienden dat gevoel ook hebben. Ook zij zijn – krankzinnig genoeg – eindelijk thuis en dus in een vreemd land waar ze nooit geweest zijn. En je weet wat er gebeurt als mensen zich bedreigd en onbeschermd voelen. Precies, ze kruipen in een hoekje of ze openen de aanval!

Vriendschap vinden betekent voor hoogbegaafden meer worden dan ‘anders’. Het geeft de noodzaak om jezelf te zijn. En dat moet je dan heel snel leren. Zo is het mooiste wat je kan overkomen – mensen die van je houden om wie je bent – nog een angstig avontuur.