Onlangs ontmoette ik Marianne. Zij heeft zich twee jaar geleden laten testen en daaruit kwam een indrukwekkende IQ-score. Geen twijfel mogelijk. Marianne is hoogbegaafd.
Nu weten jullie misschien dat ik geen fan ben van IQ-tests. Ik vind ze vaak fantasieloos, gebrekkig en niet betrouwbaar. Bovendien meten ze het minst interessante: namelijk wat je minimaal kunt. Geen enkele aandacht voor wie je bent, wat je wilt en wat voor jou het leven de moeite waard maakt. Behalve dat, hebben IQ-testen soms nog een nadeel: een complete identiteitsverandering.
Na de uitslag van de test is Marianne veel, heel veel bezig met haar hoogbegaafdheid. Elke gebeurtenis en teleurstelling verklaart ze nu vanuit het feit dat ze hoogbegaafd is. ‘Ik ben nu eenmaal te intelligent voor gewone mensen’, mijmert ze. ‘Ze begrijpen mij niet en zijn jaloers. Ik maak ze onzeker’.
Plotseling heeft Marianne voor alles een verklaring. Ze had een hekel aan school: ‘omdat ik hoogbegaafd ben, verveelde ik mij altijd’. Vaak ook heeft ze problemen op haar werk: ‘omdat ik te slim voor mijn collega’s ben’. Dat klinkt kortzichtig en misschien zelfs arrogant maar Marianne wordt er toch behoorlijk onzeker van. Ze klampt zich vast aan haar veronderstelde geestelijke hoogvliegendheid maar aan de andere kant merkt ze dat ze veel moeite heeft met ‘gewone dingen’. Zaken waar de meeste mensen geen moeite mee lijken te hebben: vrienden maken, vreugde putten uit een avondje televisie, praten over ditjes en datjes en rustig maar zeker hun loopbaan vormgeven.
Marianne zoekt verlossing in de liefde. Dat moet een hoogbegaafde partner zijn, heeft ze besloten. Niet iemand die zich wentelt in oppervlakkigheden en ‘gewoon’ universiteit heeft gedaan. Nee, iemand die gepromoveerd is of boeken heeft geschreven. Iemand met wie ze eindeloos diepe en betekenisvolle gesprekken kan hebben.
Wanneer ik het zo hoor, zeg ik tegen Marianne dat ik met haar te doen heb. Het doet me pijn om te zien hoe ze zich afsluit voor geluk en liefde. Liefde bestaat juist uit de afwisseling tussen de diepste betrokkenheid en begeestering en samen ook het alledaagse tot een succes maken. Daar hoef je echt niet iemand voor te vinden die ook hoogbegaafd is.
Denk je dat iemand die operazangeres is alleen maar liefde kan voelen voor iemand die ook operazanger is? Dat een kanariekweekster alleen in vervoering kan raken van een andere kanariekweekster en dat bischoppen alleen verliefd kunnen worden op andere bischoppen?
Onzin, hoe meer eisen je stelt aan de liefde, des te groter is de kans dat je de verkeerde vindt. Liefde is verrassing. Liefde is iemand vinden die je wereld openbreekt. Liefde is iemand vinden die het leuk vindt, grappig, boeiend en ook lastig dat je hoogbegaafd bent. Maar laten we hopen dat ze van je houden omdat je lief, zorgzaam en geweldig bent en niet omdat je hoogbegaafd zou zijn.
Het is een oude hoogbegaafdenkwaal: over alles zeshonderdduizend keer nadenken en met de conclusies en twijfels je hart willen sturen. Maar het hart wordt juist stuurloos van die overkokende hersenen. Het leven moet je leven alvorens het te analyseren en niet andersom. Uit analyse is zelden een grote liefde voortgekomen. Ik word er althans niet heel vurig van. Jij wel?