Is innerlijke beschaving besmettelijk? Een lastige vraag die – wanneer je niet uitkijkt – vrijwel onmiddellijk verzandt in definitiekwesties om tenslotte ten prooi te vallen aan het drijfzand van de moraalfilosofie. Is het mogelijk om iets wat voor de één zo volkomen vanzelfsprekend is en voor een ander zo vaag of fabriceerbaar tegelijk, te duiden? Wie het probeert, hanteert snel de dialectiek van het geloof van zijn opvoeding, het filter waardoor elk mens zijn omgeving beziet. Misschien nog wel het sterkst wanneer je je aan die opvoeding ontworsteld hebt. Om die discussies en tegenwerpingen te omzeilen, besluit ik tot het geven van een definitie die we hierna omwille van de lijn van het verhaal alsmede mijn wijsheid als ‘juist’ zullen beschouwen:
Innerlijke beschaving is de noemer van de normen en waarden, eisen en verplichtingen waartoe wij ons ten diepste gehouden voelen zonder daartoe door de wet of anderen verplicht te zijn.
Het zich te allen tijde aan de wet onderwerpen is dus geen noodzakelijk teken van innerlijke beschaving hoewel het zich uit principe aan die wet willen onderwerpen wel tot de innerlijke beschaving behoort.
De totstandkoming van de innerlijke beschaving is een allerindividueelst proces hoewel het sterk beïnvloed is door vigerende wetten, cultuur, overtuigingen en voorbeelden. Is dat mogelijk? Kunnen wij, nagenoeg blind en naakt geboren en weerloos jegens alles wat ons wordt gegeven, opgedrongen of onthouden, in staat zijn om een eigen innerlijke beschaving te vormen zonder dat dit een nagenoeg volmaakte kopie is van het ideaalbeeld hoe innerlijke beschaving er uit hoort te zien? Deze vraag wil ik – de filosofen met tijgergenoegen tegen de schenen schoppende – beantwoorden met de uitroep: kijk om je heen! Je antwoord op deze vraag kun je baseren op waarneming. Hoe vaak ervaar je thuis, op straat, in de media het gevoel dat het handelen en beslissen van anderen indruist tegen je diepste overtuiging van wat juist is? Overtuigingen zó diep dat ze nauwelijks rationeel verdedigbaar zijn. Die door een uitleg ervan altijd zullen verbleken.
Of wij zelf in staat zijn uit volstrekte vrije wil onze innerlijke beschaving te ervaren, mag dan een vraag zijn, één van de antwoorden moet toch zijn dat anderen daartoe kennelijk wèl in staat zijn. Bruusk zijn de verschillen waarin mensen reageren alledaagse kwesties of de manier waarop ze die aanpakken. Verschillen die eindeloos veel verder gaan dan louter het verstand of diens twee dimensionale broertje Ratio.
De ontdekkingsreiziger, polyglot en erotomaan Richard Francis Burton vertaalde enkele oriëntaalse teksten zoals De verhalen van 1001 nacht en de Kama Sutra in het Engels. In 1880 publiceerde hij een vertaling van de Kashida van Hadji Abdu El-Yezdi. Deze Perzische dichter was niet minder dan een alterego van Burton dat hij gebruikte om de essentie van innerlijke beschaving te omschrijven.
Do what thy manhood bids thee do
Doe wat je mannelijkheid je gebiedt te doen
From none but self expect applause
Verwacht van niemand dan van je zelf erkenning
He noblest lives and noblest dies
Hij die het oprechtste leeft en daarin sterft
Who makes and keeps his self-made laws
Is degene die zijn eigen wetten stelt en volgt
All other Live is Living Death, a world
Elke andere manier van leven is schijnleven
Where none but phantoms dwell
Een bestaan ijl en inhoudsloos
A breath, a wind, a sound, a voice
Slechts een ademtocht, een wind, een geluid, een stem
A tinkling of the camel-bell.
Als het geklingel van de kamelenbel in de woestijn der leegte.
Deze woorden zijn de hoeksteen van mijn eigen theologie geworden. Of je nu gelooft in God of Goden, in een zinvol universum of de eindeloze leegte, in geluk in materie of de abstracte wind, ik ben ervan overtuigd dat werkelijke beschaving niet wordt opgelegd maar wordt gevoeld en geconstrueerd uit al of niet ingeschapen overtuigingen. Deze kunnen weliswaar aan de buitenwereld ontleend zijn. Dat zal zeker. Indien het werkelijk om innerlijke beschaving gaat – om individualiteit en niet om copy-paste uit armoede – zullen die invloeden van buitenaf eerder aanwijzingen kunnen zijn die je herkent en gebruikt als vergrootglas of duiding van de waarden in jezelf.
In een wereld met 7 miljard mensen heb ik – uit overtuiging en uit zelfbehoud – besloten dat elk mens zinvol is mits we ons houden aan die hoogste wet verwoord door Burton: altijd de moed te hebben onze diepste overtuiging te volgen, het leven te leiden op een manier die we zelf altijd kunnen goedkeuren en geen genoegen te nemen met het voldoen aan de profane maatstaven van andere mensen of groepen. Immers, wie het leven van anderen leeft, is een hol afgietsel, een hologram, een nameloze in de drom der namelozen.
Innerlijke beschaving is zó verschillend. De één verdient miljoenen en betaalt zijn mensen het minimum. Hij vindt zichzelf een fatsoenlijk mens omdat hij het wettelijk minimum betaalt en zijn belastingontwijking niet illegaal genoemd kan worden. En wij allen verschillen van mening of en in welke mate hij gelijk heeft.
Een ander schaamt zich omdat hij zich beklaagt dat zijn nieuwe sneakers zo duur zijn terwijl hij zich bedenkt dat in Afrika een blinde na een medische ingreep van dertig euro weer kan zien.
Innerlijke beschaving betekent niet hetzelfde als een goed mens zijn. Het duidt wel aan dat je tenminste een idee hebt van wat een goed mens is. Het betekent dat je geen god of maatschappij nodig hebt om je te vertellen wie je moet zijn maar dat je daar zelf toe in staat bent. Wie dat kan, is overigens voor de god of maatschappij van oneindig groter waarde in diens eventuele streven dan een dolende ziel die er naar hunkert door de kopieermachine van de maatschappelijke verwachting gehaald te worden. In the end it is all about content.
Onze maatschappij is gebouwd op de verwachting dat het normbesef van het individu – of tenminste van veel individuen – lager is dan wat de wet van ons vraagt. Maar denk eens aan je eigen dilemma’s of de keuzes en vragen waarmee je soms vrienden, familie of collega’s ziet worstelen. Dikwijls zijn de eisen die we aan onszelf stellen veel strenger dan de eisen die de wet aan ons stelt. We worstelen met vragen over zorgzaamheid, moed en eerbied. Het gaat hier om zaken van zielsbelang en spiritualiteit.
De wet is bedoeld om te bemiddelen en te normeren in de onderlinge vrijheid van degenen in haar territorium. Het is een verkeersreglement van praktische zaken. Zelfs als ze bestaat uit toepassingen van ideologie of godsdrift is ze niet meer dan de richtingaanwijzer van de groep. De wet bepaalt wat haar vertegenwoordigers zien als de noodzakelijke ordening van de maatschappij. De innerlijke beschaving is de overtuiging welke de normen en waarden in de wereld zouden móeten zijn. In een democratie is de wet is een exogene poging om minimumeisen te stellen aan het niveau van de innerlijke beschaving van de burgers.
Hier opent zich de eeuwige kloof. Spiritueel en individueel behoren we te allen tijde de moed te hebben om onze innerlijke beschaving te volgen terwijl de invloeden van de mensen om ons heen zich dikwijls concentreren op het behoud van maatschappelijke veiligheden ten koste van de veiligheid die we krijgen door ons diepste wezen te volgen. Kijk naar het gemak – of overtuigd messianisme zelfs – waarmee anderen ons proberen te overtuigen ons te onderwerpen aan studie, regels, werk, systemen of fatsoensnormen die indruisen tegen onze kernwaarden omdat die kennelijk bleek afsteken tegen maatschappelijke blijken van erkenning.
Wie geen ruggengraat heeft, zwicht telkens voor maatschappelijke erkenning. Immers, wie niet de durf en noodzaak heeft om zijn eigen wetten te volgen, erkent zichzelf niet. Daarna ben je zonder wortel of overtuiging. Je bent niets. Als een blad in de wind ben je stuurloos op zoek naar vastigheid. Dikwijls denk je dat dan gevonden te hebben in het fantoom van maatschappelijke erkenning.
Maar wat ben je als je erkenning krijgt voor iets wat je niet kunt of bent? Juist, een leugen. Een travestie van een mens. Een blaadje in de storm. Een inhoudsloze volger van datgene of diegene die je het duidelijkst sterkt in de illusie dat het niet zo is.
Konstantin Paustovski schreef aan zijn stiefdochter Galina: Het is niet moeilijk om als held te sterven maar om als held te leven. Hij kon het weten, Paustovski deed geen van beide. Wie leeft, die verliest. Wanneer je de moed hebt om te leven naar je innerlijke beschaving en je eigen weg te volgen, zul je in situaties komen waar anderen dat niet begrijpen of onverstandig vinden. Ze zullen proberen je te overtuigen dat niet te doen, om ‘normaal’ te doen. ‘Verstandig’. Daarmee bedoelen ze: doe nu maar wat wij allen begrijpen. Dat is goed genoeg. Wanneer je dat deel in jezelf verloochent wat wij niet zien, is het geen schande.
Zo gezien is het gezond maatschappelijk verstand de aanjager van spirituele onbeduidendheid. ‘Men’ weet niet waar jij heen gaat dus krijg je vragen, vermaningen en aanwijzingen die je geneigd bent te zien als afwijzing. In werkelijkheid is het echter erkenning. Erkenning van het feit dat je bezig bent met iets wat ze nog niet weten en dus niet kunnen waarderen. Laat staan dat ze je daarvoor erkenning geven.
Erkenning voor jouw bestaan moet uit jóu komen. Je weet dat de raadgever en de motor van jouw handelen uit jezelf moet komen. Die wetenschap is je zelferkenning. Dat – zo we naar Amerikaans voorbeeld graag zeggen – je jezelf kunt aankijken in de spiegel (zonder daarin iemand anders te zien).
Mohandas Gandhi was advocaat en besloot zich tegen de overheid te keren. Wat zouden zijn ‘gelijken’ daarvan gezegd hebben? Hadden ze hem aangemoedigd zijn weg te volgen of om door te gaan als succesvol advocaat en zich met zijn eigen zaken te bemoeien? Hij wilde een revolutie maar wilde ook trouw zijn aan zijn innerlijke waarheid (Satyagraha, noemde hij dat). Daarom wees hij alle geweld af als middel om de revolutie tot stand te brengen. Denk je dat zijn mederevolutionairen dat een goed idee vonden? Om je zonder verzet in elkaar te laten slaan door de slaven van een overheid die je niet erkent?
Gandhi bleef daarin trouw aan zichzelf en hielp de wereld te veranderen. Die strijd vecht elk mens iedere dag. Een enkeling geniet het geluk om zijn gelijk mee te maken: een standbeeld, massale dank, een bankje in het park met je naam erop, je portret op een bankbiljet. Nu je dit leest, voel je al hoe ridicuul erkenning van de wereld is vergeleken bij de waarde van de wetenschap dat jíj jezelf bent trouw gebleven.
Is het (aanvankelijk) mislopen van maatschappelijke erkenning en zekerheid wat ik bedoelde met de zin ‘Wie leeft, verliest’? Nee, want je hebt niets verloren. Je leeft en dat leven is door die oorspronkelijkheid van waarde. Het is een echt leven. Wie zichzelf telkens weer – en waarvoor – verraadt, leeft gemakkelijk. Hem blijven de moeite en opofferingen te leven en sterven als held bespaard. Dat maakt niet uit. Hij was al dood. Living Death zoals El Yazdi het noemt.
De vraag is of innerlijke beschaving besmettelijk is. Kun je het leren? Met andere woorden, doet goed voorbeeld goed volgen? Dat is zeer de vraag. Overal zie ik om mij heen dat mensen weinig geneigd zijn hun eigen weg te volgen. Ze zijn geobsedeerd met het vergaren van goederen, diploma’s en contacten die bewijzen zijn van het feit dat ze er maatschappelijk toe doen. En dat terwijl al die eenvormigheid ze juist heel vervangbaar maakt en niet onmisbaar. De helden die hun eigen weg volgen zonder dat hieruit nog succes of erkenning blijkt, noemen ze losers. Je zou zeggen dat mensen als Gandhi, Mandela, Boelgakov of Mary Seacole ze wakker zouden schudden. Voorbeelden van mensen die met stugge volharding trouw bleven aan hun ziel, voor wie innerlijke beschaving een doorslaggevende leidraad was in hun leven. Wie laat zich daar niet door inspireren? Maar de schijnlevende is een taaie. Ze kijken weliswaar op naar zulke helden maar denken: ‘dat kan ik toch niet, zulke mensen hebben geluk, ze zijn vast financieel onafhankelijk’. ‘Voor mij heeft het geen zin om op te staan voor waar ik in geloof’. De helden zijn geen inspiratie maar een schaamlap. Het is alsof het feit dat anderen wel hun innerlijke weg voelen voor velen het excuus is om zich gelukzalig te verzoenen met hun leven in de dood van alledag. Als innerlijke beschaving besmettelijk zou zijn, zouden we dan leven in de wereld die we kennen?
Omgekeerd denk ik dat wel sprake is van besmetting. Perfectionisme is de rot van eigenheid. Wie elke dag opstaat en de moed heeft te leven zoals zijn innerlijke beschaving het hem ingeeft, als een waar mens telkens de wereld in te stappen, is geen held. Het is gewoon een schepsel zoals jij en ik met alle kwetsbaarheden die ons allen verenigen. De wereld is ingewikkeld en het is soms heel lastig om te weten hoe je in de praktijk je eigen innerlijke kompas het beste volgt. Perfectionisten hebben de gewoonte zichzelf altijd te beoordelen naar het resultaat op een moment waarop alle omstandigheden zijn uitgekristalliseerd tot zekere feiten. Terugkijkend zijn ze kritisch en ontevreden over zichzelf. Maar heldendom bestaat er juist uit dat je jouw innerlijke beschaving durft te volgen juist wanneer niets zeker is. Je moet jezelf erkenning en waardering geven voor je waarachtig streven en je volharding om dat te doen. Dat is immers de kern. Wie daaraan twijfelt kan aan die twijfel bezwijken. Erkenning van jezelf is de antiseptis tegen de verrotting waartoe de hunkering naar maatschappelijke erkenning je verleidt. Zonder eigenheid raak je ervan overtuigd dat het schijnleven van de volgers de beste weg is.
Het is waar dat veel volgers het bestaan van helden gebruiken als drogreden om te blijven volgen. Het is ook waar dat jezelf trouw blijven, besmet kan worden door de verlokking van maatschappelijke betekenis. Maar dat zijn waarheden als je jezelf neemt tot maatstaf. Wanneer je boven jezelf uitstijgt en neerkijkt op de geschiedenis zie je wat het leiderschap van innerlijke beschaving betekent: miljoenen mensen volgden Mahatma Gandhi in geweldloos verzet. Ze namen hem als voorbeeld omdat ze wisten dat hij ze iets te leren had. Om te overwinnen zonder je waardigheid te verliezen. De waardigheid van Nelson Mandela die opriep de afschaffing van Apartheid niet te ontwijden met een orgie van wraak vond navolging. Hij leerde ons om te rouwen zonder te wreken.
Innerlijke beschaving is wel degelijk besmettelijk maar je moet er individueel geen bewijs van willen zien.
De echte helden begrijpen dat heldendom niet betekent dat je altijd beter bent dan je bent. Het betekent: je lafheid en je onzekerheden onderkennen en leren liefhebben omdat ze je uiteindelijk brengen naar liefde en waarheid zolang je ze ziet, voelt en duidt. Wie geen angst heeft, slaat te pletter. Het gaat erom dat verlangen groter is dan angst en waarheid groter dan leugen.
Heldendom is durven weten wie je bent, dat te koesteren en te blijven ondanks perioden van twijfel en eenzaamheid. Dat is waar leiderschap. Die leiders brengen ons verder en helpen de wereld. Vaak onzichtbaar, soms onloochenbaar. Ze zien meer, ze voelen meer en hun wijsheid is groot. Maar: ze weten het niet van zichzelf. Ze voelen zich even groot als anderen en dat bewijst hun heldendom.
Deze helden zijn gewoon mensen als jij en ik. Ze ontwikkelen hun innerlijke beschaving en weigeren die prijs te geven aan de barbaarse leegte. Zonder innerlijke beschaving ontstaat in je ziel ruimte voor een voortdurend uitdijend moreel vacuüm.
Held zijn is makkelijk. Leef je eigen leven en niet dat van anderen. Maak de wereld beter en help anderen zoals je innerlijke beschaving het je ingeeft. Volg het pad van je innerlijke kompas en laat je niet deprimeren door de leegte maar laat je er door inspireren. Alleen iemand die niet leeg is, kan de leegte ervaren. Zover ben je dus al. Vind inspiratie in de wereld en anderen en volg je weg. Kijk op tegen je eigen helden en vind die in jezelf. Dan stap je uit de levende dood en haal je adem in betekenis. Volg jezelf opdat je ons kunt leiden.
(Foto: Aleydis Haubrich)